Een van onze eerste expedities binnen het onderwijs was die bij Stichting Consent (33 openbare basisscholen in Oost-Twente). Tien jaar geleden werd daar een koersverandering ingezet. Men besefte dat, om het dalende leerlingenaantal om te buigen, er gewerkt moest worden aan ‘aantrekkelijke scholen’. Dit kon alleen als leerkrachten, leerlingen en ouders een centrale plek kregen in de veranderingen die moesten plaatsvinden.

Een nieuwe start

Een werkconferentie met directeuren werd ‘anders dan anders’ opgezet: niet praten, maar de daad bij het woord voegen. In plaats van met elkaar te discussiëren lieten we gemengde groepjes directeuren, leerkrachten en stafleden ‘de boer op’ gaan. Ze vroegen ouders, leerlingen, oud-leerlingen, leerkrachten en samen­werkings­partners hoe de scholen nog aantrekkelijker konden worden. Een deel van de groepjes ging gericht op pad, een ander deel sprak in verschillende wijken en dorpen met willekeurige voorbijgangers. Op basis hiervan formuleerden ze concrete verbeterideeën en deze presenteerden ze aan een deskundige jury (gevormd door prominenten uit de regionale politiek en bedrijfsleven) die daaruit ‘het beste idee’ koos.

Van tevoren hadden we bedacht dat het gekozen idee ook ingevoerd zou gaan worden. Dat zou de prijs zijn voor het beste idee – en dat was best spannend. Wat doen we als er een idee gekozen wordt waar het College van Bestuur niet achter staat? Of een idee dat niet uitvoerbaar blijkt te zijn? We besloten om het risico aan te gaan. Als we een cultuur wensen waarin we naar onze klanten luisteren en ruimte en vertrouwen geven aan onze medewerkers, dan moeten we daar meteen mee beginnen. Voor het College van Bestuur betekende dat: niet alleen zeggen dat je los wilt laten, maar dat daadwerkelijk ook doen.

Het ambassadeursprogramma

De jury koos ‘de leerkracht als ambassadeur’ als beste idee. “Onze docenten zijn ambassadeur en dragen bij aan een positieve uitstraling van de Consentscholen. We zorgen ervoor dat zij zich er van bewust zijn hoe zij overkomen op ouders, leerlingen en samenwerkingspartners. Het gaat om passie, plezier en persoonlijke aandacht.”

Om dit idee handen en voeten te geven zijn we meteen aan het werk gegaan. We hebben een ruwe schets van een aanpak opgesteld die we een week na de conferentie aan het Directeurenoverleg hebben voorgelegd. Ook vroegen we welke directeuren wilden deelnemen aan de ‘Regiegroep’ die ermee aan de slag zou gaan. Hiermee hebben we de basis gelegd voor het Ambassadeursprogramma. Een tweejarig ontwikkelingstraject dat we zagen als hefboom om de aantrekkingskracht van Consent te vergroten: als werkgever en als samenwerkingspartner, maar natuurlijk vooral als onderwijsorganisatie waar ouders en leerlingen zich thuis voelen.

De aanpak was er vooral op gericht verbeteringen binnen scholen mogelijk te maken en te stimuleren. Het programma beoogde ideeën te genereren om het ambassadeurschap te versterken en scholen uit te nodigen dit op te pakken. Niet door ze dat top-down op te leggen, maar door ze uit te nodigen en te inspireren om mee te doen. Wij noemen dit de expeditiebenadering.

Al een maand na de conferentie kwam de Regiegroep voor het eerst bij elkaar en begon meteen dingen te organiseren. Inspiratiesessies op alle scholen. Onderzoeken door mystery guests. Gesprekken met ouders. Een uitwisselingsprogramma voor leerkrachten, die een aantal dagen aan elkaars klas les gingen geven. Medewerkers gaven aan: “Je kunt merken dat er een andere wind bij Consent is gaan waaien. Wij worden weer gezien.” De voorlopige kroon op het werk was dat Consent werd uitgeroepen tot beste werkgever van Twente en de Achterhoek.

Een nieuw strategisch perspectief

Het jaar daarop organi­seerden we een groot aantal ‘windtunnel­sessies’ met directeuren, leerkrachten, ouders, leerlingen, bestuurs­bureau en Raad van Toezicht. De uitkomsten van deze bijeenkomsten vormden de input voor de nieuwe strategische koers die werd geformuleerd in een Strategisch Perspectief met een nieuwe, aansprekende missie:

“Consent wil nu en in de toekomst onderwijs bieden dat het verschil maakt. Onze missie is om kinderen een stevige basis te bieden om de onzekere toekomst te lijf te kunnen. Cognitieve vaardigheden zijn daarvoor niet meer voldoende. Waar het vooral om gaat is: leren leren, leren communiceren en leren je eigen geluk te organiseren.”

We stelden ontwikkelgroepen in die deze missie vertaalden naar het niveau van de scholen. Dit leidde tot een enorme hoeveelheid plannen en ideeën.

Via een impasse naar de volgende stap

Daarna begon het hier en daar wat te piepen en te kraken. Sommige directeuren gaven aan hun handen vol te hebben aan de reguliere taken op school en vonden dat er wel heel erg veel ‘bij kwam’. Ook had men behoefte aan overzicht. Wat gaan we nu precies doen? Welke doelen moeten over twee jaar gehaald zijn? En wat is de relatie met andere ontwikkelingen? Het begon veel te worden en te onduidelijk, zo gaf men aan.

De schwung was er een beetje uit. Het was lastig om het vuurtje brandend te houden. We realiseerden ons dat impasses en twijfels erbij horen. ‘Zonder gedoe geen verandering.’ We beseften bovenal dat de fase van ideeën genereren en plannen maken voorbij was. Als de kloof tussen ambitie en uitvoering te groot wordt, leidt dit tot een papieren werkelijkheid en een verlammende praktijk. We zijn daarom in de ontwikkelde ideeën gaan schrappen en we zijn gaan clusteren. Uiteindelijk bleven er van alle voorstellen 7 speerpunten over.

Voor deze thema’s hebben we trekkers benoemd en kleine groepjes samengesteld. We wilden voorkomen dat er eindeloze plannen zouden worden gemaakt die in de praktijk niet blijken te werken. In plaats daarvan wilden we een aanpak van experimenteren en improviseren bevorderen. Daarom hebben we de themagroepen gevraagd een ‘VanPlan’ te maken: geen uitgebreid en gedegen projectplan, maar op één A4’tje kernachtig opschrijven wat ze ‘van plan’ zijn. Zo’n plan timmert niet dicht, maar geeft richting. Als het tijdens de rit toch anders blijkt te gaan dan je van tevoren had gedacht, kun je gemakkelijk je plan aanpassen. Als er een VanPlan lag werd dit marginaal getoetst en kreeg de groep een budget waar ze mee aan de slag kon.

Reflectie

Het traject heeft veel opgeleverd. Het leerlingenaantal en marktaandeel zijn gegroeid in een krimpende markt. Niet door daar direct op te sturen, maar juist doordat we het hebben losgelaten. Ook zijn er resultaten geboekt die minder gemakkelijk aan te wijzen zijn, maar minstens zo belangrijk. Dat zijn de resultaten ‘onder de streep’: de cultuur, het klimaat. Meer energie en enthousiasme. Een groeiende behoefte om zaken samen op te pakken, van elkaar te leren. Meer passie, plezier en persoonlijke aandacht.

Maar soms was het ook lastig om ‘het vuurtje brandend te houden’. Sommige directeuren en leerkrachten voelden zich prettig bij de expeditieaanpak, maar anderen hadden behoefte aan houvast en overzicht. Daar komt bij dat directeuren en leerkrachten hun handen vol hadden aan de dagelijkse gang van zaken: lesgeven, teamvergaderingen, overleggen met de gemeente, nieuwe lesmethoden, Cito-toetsen, gesprekken met ouders, enz. “Het is mooi wat jullie willen, maar het komt er allemaal wel bij.”

Soms hadden wij het gevoel dat als wij er niet aan bleven trekken, het zomaar weer in kon zakken. We wilden het graag aan de directeuren en leerkrachten overlaten, maar merkten dat het dan gemakkelijk stagneerde. Telkens zochten wij de balans tussen sturen (doelen neerzetten en daar op monitoren) en loslaten: ‘op je handen zitten’, afwachten en mensen de tijd en ruimte geven voor hun eigen invulling.

En iedereen die dan een stap in de ruimte zet draagt bij aan de gewenste verandering richting aantrekkelijk onderwijs.

We hebben twee artikelen geschreven over de expeditie bij Consent: ‘Scholen in verandering – sturen door los te laten’ (.PDF) en ‘Blik op de toekomst – scholen op expeditie’ (.PDF).