Een eerdere versie van deze column is gepubliceerd op managementsite.nl.
Hou op met de flauwekul waar je nu zo druk mee bent
Terug naar de bedoeling, zo luidt de ondertitel van de bestseller ‘Verdraaide organisaties’ van Wouter Hart. Iedere zichzelf respecterende P&O’er heeft hem inmiddels wel gelezen, of kent in ieder geval de boodschap van het boek: richt je niet op de systeemwereld van beleid, regels en procedures, maar op de leefwereld van de professional en de cliënt. Maar wat doet diezelfde P&O’er daar mee?
Een paar jaar geleden werd mijn zus van het ene op het andere moment ernstig ziek. Ze werd opgenomen in het ziekenhuis, maar de artsen kregen de ziekte niet onder controle en uiteindelijk is ze overleden. Ik heb dit proces van dichtbij meegemaakt; de laatste maanden voor haar dood heb ik heel wat uren bij haar in het ziekenhuis doorgebracht.
Ik heb daarbij ervaren hoe belangrijk het is om er te zijn – van mens tot mens. Dat gold voor mezelf, maar zeker ook voor de hulpverleners. Er zijn, niet als functionaris, maar als mens. Met aandacht voor de ander en oog voor wat deze nodig heeft. De afdeling telde veel fantastische, betrokken artsen, verpleegkundigen, fysiotherapeuten, voedingsassistenten en andere medewerkers. Maar ik heb ook gezien hoe vaak er ondanks alle goede zorgen iets mis ging. Verpleegkundigen die haar veel te lang lieten wachten als ze op de bel had gedrukt. Voedingsassistenten die maaltijden brachten die niet in haar strenge dieet pasten. Priklaboranten die in haar trombose-arm wilden prikken. Artsen die beloofden dat zij diezelfde dag nog langs zouden komen, maar dat niet deden. Elke dag ging er wel iets fout.
Dit ziekenhuis beschikte over een flinke P&O-afdeling. Die zich met van alles en nog wat bezighoudt, zo lees ik. Met arbeidsvoorwaarden, persoonlijke- en leiderschapsontwikkeling. Met jaargesprekken, duurzame inzetbaarheid en talentmanagement. Met het vergroten van het werkplezier, de klantgerichtheid en de efficiëntie. Hartstikke mooi allemaal, maar wat heeft de patiënt hier aan? Ondanks het belang van alles wat er op de verpleegafdeling gebeurt – en ondanks alles wat er mis gaat – heb ik er geen P&O’er gezien. En de medewerkers ook niet, zo lieten ze me desgevraagd weten. P&O’ers houden zich kennelijk met andere zaken bezig. Maar zijn P&O’ers niet bij uitstek deskundig op het gebied van mensen en organiseren? Zouden ze dan niet een flink deel van hun tijd moeten besteden aan het ondersteunen en verbeteren van het primaire proces? Aandacht besteden aan de professionals? Van mens tot mens?
Ik wil het ook wel scherper formuleren: P&O’ers, hou op met een hoop van die flauwekul waar je nu zo druk mee bent. Gebruik je deskundigheid om bij te dragen aan het primaire proces, of dat nu zorg is of ander mensenwerk.
Juist P&O’ers kunnen de rol van betrokken buitenstaanders vervullen die vragen stellen over zaken die iedereen vanzelfsprekend vindt en dingen zeggen die niemand anders aan de orde durft te stellen. Die feedback geven op wat ze zien en die professionals helpen om elkaar feedback te geven. Die geen nieuwe systemen creëren, maar ze juist afbreken om ruimte te geven aan de bedoeling en het gesprek daarover.
Dat doe je niet in je eigen kamer, in een vergaderzaal of in het kantoor van de manager. Dat doe je op de werkvloer. P&O’er, laat je zien daar waar het primaire proces plaatsvindt. En lever daarmee een directe bijdrage aan de bedoeling!
Geef een reactie