Het is tegenwoordig goed gebruik om leerkrachten deelgenoot te maken van de strategie van de onderwijsorganisatie. Dat gaat vaak zo. Aan het begin van de strategische sessie laat de baas een tekening zien. Boven aan de sheet is een horizontale lijn getekend. Dat is de horizon. In het midden daarvan staat een stip met daarnaast de letter B. Op de voorgrond staat een stip met daarbij de letter A. Van A loopt er een pijl naar B. Het is, je raadt het al, nu de bedoeling dat jij en jouw collega’s als trouwe leden van de organisatie de komende jaren de pijl gaan volgen. Op weg naar de stip op de horizon. In deze benadering van strategie zit een aantal misvattingen en gevaren verborgen.

Het eerste probleem met de stip is dat deze nooit wordt bereikt. De omgeving van een schoolorganisatie vertoont dermate veel dynamiek dat een horizon slechts in vage contouren valt te schetsen. Dat is helemaal niet zo erg, zolang een dergelijk vergezicht als ludiek intermezzo van een beleidssessie wordt beschouwd. Helaas worden veel stippen top-down gepresenteerd als serieus beoogd resultaat waar de onderwijsorganisatie in een meerjarenplan projectmatig naar toe mag werken. Als een karavaan op weg naar een fata morgana.

Erger is het tweede probleem, dat de aanvankelijk enthousiast deelnemende leerkrachten zich miskend zullen voelen in een dergelijke aanpak. Een stip die top-down ingevoerd moet worden, berust op de overtuiging dat visie van bovenaf en uitvoering van onderop moet komen. Dat werkt maar in enkele gevallen en meestal slechts kort, bijvoorbeeld bij een startend bedrijf of een organisatie die in nood verkeert. Leerkrachten zijn echter professionals die het vertrouwen verdienen om mee te denken en te beslissen over hun toekomst.

Als we geen stip op de horizon hebben, wat werkt dan wel? Eén, er is helemaal geen stip op de horizon nodig. Onderzoek onder diverse excellente leiders wijst uit dat je de organisatie lastig kunt inrichten op een ongewisse toekomst. Ook het flexibeler maken van de organisatie op een mogelijke toekomst kent zijn grenzen. Beter kun je de strategie van je organisatie baseren op de toekomst die je zelf maakt, vanuit bestaande competenties, kennis en middelen en vanuit netwerken waarin je nu al verkeert. Beter één vogel in de hand dan een stip aan de horizon.

Twee, de toekomst in het onderwijs is meerstemmig. Ga je daar geforceerd een solopartij met een partituur van één visionaire leider van maken, dan leidt dit – zeker met een publiek van leerkrachten – tot forse dissonanten. Breng meerstemmigheid tot uiting in het vertrouwen dat je leerkrachten, leerlingen, ouders en overige betrokkenen geeft om mee te denken en te beslissen. Op deze manier wordt strategie geen op papier vastgelegde stip en projectorganisatie, maar ontstaat een mooie interactie die op zichzelf beschouwd al onderdeel is van de strategieontwikkeling.

Tien tegen één dat je op deze manier de toekomst van de schoolorganisatie de bezieling en de betekenis geeft die nodig zijn om de toekomst met vertrouwen tegemoet te gaan.